100 karpers

De eerste 2 weken in maart kijk ik regelmatig in het Westeinde of ik karper zie zwemmen of paaien . Ik probeer ze dan met een nimf of zo iets te vangen. Dat lukt meestal niet.  Daarom wilde ik het eens anders doen. De Hardy # 7/8 gepakt en de tippet van de # 6 lijn verlengd met een meter of 8. Daaraan een dobbertje 0,5 gram, loodjes en een karperhaakje.  Zinkend uitloden en de haak voorzien van 1 maiskorrel en een worm. Beetje Justus met wat  mais voeren of  voorzichtig bijvoeren bij de belletjes en de stofwolkjes en je aasje laten zakken.

16 maart was de eerste poging in het begin van het Westeinde omdat daar de meeste stofwolkjes te zien waren. Alle begin is moeilijk,  3 maal mis geslagen en 1 schele pos gevangen. Later leerde ik dat die schele pos hier een plaag kan zijn.
Maar 17 maart was het voor de eerste keer raak, weer een schele pos maar nu ook 2 karpers! En op 24 maart was het weer raak.  De kop was er af en het smaakte naar meer. Ik ben toen begonnen met elke karper te fotograferen.

De eerste karper.

Tussendoor diverse andere plekjes in de buurt bezocht maar daar was nog geen leven te zien. Begin april begon in het Westeinde de paai.
Maar ik had de smaak te pakken en kocht een penhengel. Een Oldskool Lions Carp Float van 12 ft en 1,75 lbs. Met een mooie parabolische actie.  En dat voor 49,95 euri. Zoonlief had nog een mooie  Shimano molen voor me met verse lijn, dus ik was spekkoper. Natuurlijk wat dobbertjes en een matje gekocht. Ik heb het hele Westeinde af gevist en veel gevangen en veel geleerd. Ik ben ook in de gelegenheid om veel te vissen. Korte sessies tussen  ca 14.30 en 18.00 uur en vaak 4 maal per week. Dan leer je snel.

Een hele beste uit het Westeinde

Niet alleen van het zelf vissen maar ook via Facebook kun je veel leren. Ik heb diverse groepen over penvissen  gevolgd en zo ook weer het e.e.a. gelezen over zelf dobbers maken. Dat is een leuke hobby in een hobby.  Ik heb het hele jaar met eigen dobbers en drijvers gevist. De dobbers van riet en saté pen en de drijvers van balsa en saté pen.  Alles variërend van 0,3 tot max 0,7 gram. ( als vliegvisser ben je gewend e.e.a. zelf te maken, ik vis ook graag met eigen gemaakte spinnertjes)

Riet dobbertje.

De hele lichte drijvertjes werden voorzien van een extra beetverklikkertje op ongeveer  30 cm afstand van het drijvertje zodat bij wind en stroming toch genoeg zicht bleef op aanbeten.
En natuurlijk stekken zoeken. Veel fietsen, goed kijken. Die stekjes bleken er toch genoeg te zijn in een straal van 30 minuten fietsen vanaf huis.  Sommige stekken gaven heel veel brasem en soms idioot grote brasem, andere stekken heel veel kreeft ( wat een plaag) en weer andere stekken giebels.

Zoonlief voorzag me geregeld van voer;  duivenvoer met hennep, geweekt en gekookt, prima voer. Later ben ik zelf voer gaan maken van  vogelvoer, geweekt en gekookt met een handje mais er door. En altijd met gemalen anijszaad er in.  ( ik heb dat geloof ik ooit ca 60 jaar geleden gelezen in een van de boekjes van A. van Onck).
Vissen deed ik meestal met 2 korrels mais, geen wormen meer in verband met de kreeft, hoewel die ook mais pakken. Maar een blikje mais is heel handig en goedkoop aas.
Natuurlijk heb ik ook weleens  geëxperimenteerd. Custarddeeg is heel simpel te maken en is een goed aas voor karper maar ik vond het lastig. Vaak misgeslagen maar het werkte wel.

Gek gemaakt door al die facebook groepen heb ik 1 keer met kattenvoer gevist.  Ik had nog wat poezenbrokken  die heb ik vermalen zodat het deeg werd.  Het leek me wel wat voor een stek vlak bij mijn huis. Ik wist dat er karper in die sloot zat, naast brasem en giebel. Op een avond met snoeischaar en hark een plek gemaakt in het riet waar ik kon zitten ( hopeloos trouwens overal dat riet). De volgende dag moest het gebeuren , een nieuwe stek en  nieuw aas. De verwachtingen waren hoog gespannen. Maar het was geen succes.  De kreeften waren er snel bij, 5 stuks op rij, gevolgd door een brasem en een giebel. Wegwezen dus.

Ik was constant op zoek naar nieuwe stekjes. En die heb ik  genoeg gevonden.  Het is begin juni heel lang achter elkaar noordenwind geweest zodat er mooie vuilhoekjes ontstonden. Die hoekjes,  maar ook de doodlopende slootjes met een vuilhoek waren meestal goed. En natuurlijk duikers ! Ik ken diverse stekken waar aan weerszijden van de duiker altijd karper te vangen is. Ook in onooglijke slootjes van 2 meter breed en 50 cm water. In die slootjes gebruikte ik vaak een oude vliegenhengel met een molentje omdat die hengel nog zachter was dan de Penhengel van Lion en omdat je niet hoefde te werpen.  Werpen met een vliegenhengel en een drijvertje van 0,3 gram is lastig, de lijn kleeft snel aan de hengel. Maar in zulke slootjes kun je het aasje zo neerleggen, desnoods tegen de kant aan. Een van die onooglijke slootjes had  een kruispunt van duikers, twee duikers haaks op elkaar ( ik heb het nog eens nagekeken op de legger van Hoogheemraadschap Delfland). En er stroomde altijd wel een van die twee. Dit bleek een altijd leverende topstek te zijn.

Onooglijk slootje bleek topstek

Die molentjes is ook een verhaal op zich. Gek gemaakt door de Oldskool Penvissers facebookgroepjes heb ik een oude Shakespeare 2701 gekocht voor 30 euro.  De slip was er eentje van alles of niets maar een goede schoonmaakbeurt en wat grafietpoeder tussen de slipplaatjes zorgde voor een werkbare slip.  Omdat dit molentje simpel te repareren is, heb ik er nog eentje gekocht . Helaas viel mijn fiets om waar de hengel tegenaan stond en brak de molenvoet af. Daarom ook nummer 3 gekocht. Nu heb ik er 2 die werken en nog een voor de onderdelen. Deze molentjes pasten beter op het penhengeltje of op de vliegenhengel gezien het formaat van de karpertjes. De  Shimanomolen van mijn zoon hield ik voor het zwaardere werk.  Die 2701 wordt ook wel de “Budget Ambidex “ genoemd, of “the poor mens Ambidex”.  ( De blauwe Ambidexen gaan voor 150 euro over de toonbank)

Shakespeare  2701

Rond 1 juli had ik inmiddels 25 karpers gevangen en vond ik steeds meer plekjes rond Zoertermeer. Richting Pijnacker tussen de kassen is heel veel water. Met heel veel duikertjes en soms afgesloten stukken. Het water is in het algemeen groen of bruin met vaak bijna geen doorzicht. Karper kan zich verraden door belletjes of stofwolken zonder dat je ze ziet zwemmen.  Tussen de kassen kan het water zo vies lijken dat ik wel eens dacht dat die vissen blij waren als ze even op de kant lagen.  Soms varieerde de kleur per kassencomplex. Van belletjes heb ik ook het een en ander geleerd.  Schuimbellen bij bijvoorbeeld Westeinde in het veen is azende karper.  Belletjes op 1 plek , een voor een en soms een klein stofwolkje is kreeft.

De karpers uit polderwater/veenwater zijn van boven mooi donker. Karper uit de slootjes rond de kassen zijn vaak egaler van kleur.
Intussen had ik ook een groter schepnet aangeschaft. Dat is toch wel heel handig en voor de karper ook beter.
Op 10 minuten fietsen vanaf huis had ik een mooie stek gevonden. Een mooi slootje dat uitmondde in een vijvertje en in het hoekje daarvan zat een duiker dat vaak stroomde. Maar er waren 2 problemen. De kant bij het duikertje was heel stijl. Dat loste ik op door de karper na het aanslaan veel lijn te geven zodat ik kon omlopen naar een vlakke kant om hem daar te scheppen, dat lukte elke keer. Het tweede probleem waren honden. Waar het schepnet klaar lag,  blafte er achter een schutting een grote herder. Als ik in de buurt van de duiker kwam kwamen er 1 herder en 2 pitbulls aanrennen in een aangrenzende tuintuin en begonnen dan te blaffen.  Heel irritant en ik kreeg er altijd de zenuwen van. Mede doordat ik bang ben van honden, van alle honden en zeker pitbulls en herders.  Gelukkig duurde de sessies nooit lang.  Handje mais voeren en twee maïskorrels laten zakken voor het duikertje en bingo. Zo kon je soms 3 karpers in een uur vangen en dan gauw wegwezen.  In dat slootje was ik eens  met de streamer hengel aan de gang. Er liepen schapen los op het pad aan mijn kant en er liepen schapen op een paadje langs de kas aan de overkant van het slootje. Dat paadje aan de  overkant kwam uit in de tuin van de pitbulls en die herder. Ineens begonnen de schapen te rennen , de honden er achter aan en 15 minuten later lagen er 3 doodgebeten schapen langs het water. Toen was ik genezen en heb ik er weken lang niet gevist.

Top stek, jammer van de honden.

 Op 27 augustus heb ik een andere penhengel gekocht. Zoonlief heeft een hand gebouwde penhengel van Chris Loeven. Hij heeft nr 85. De hengel is 13 ft en 1,5 lbs en heel parabolisch. Ik vond het een wel erg lange hengel en vroeg me af of dat nu zo handig was. Wist ik veel, ik had nog nooit een penhengel gezien in die tijd. En ineens stond er eentje te koop op Marktplaats. Een CL net als mijn zoon heeft maar dan met nr 65. Die heb ik op dringend advies van zoonlief gekocht en daar heb ik geen spijt van. Met de Shimanomolen is dat een hengel die alles aankan en mooi krom gaat, ook bij kleinere karper.  ( zoonlief vangt karpers van 100 cm en dan gaat de hengel  tot in het handvat krom). Ik heb nu dus 2 penhengels.

De meeste karpers die ik heb gevangen waren tussen de 40 en de 70 cm. Niet erg groot dus maar het aantal maakt een hoop goed. Als je 3 tot 4 stekjes voert en je vangt dan op elke stekje 1 karper is het toch echt leuk vissen.  Zeker omdat ik vis tussen ca 15.00 en 17.30 uur,  de rest is meestal fietstijd.
Ik heb 3  echt grote karpers gemist, een aanbeet  en dan een run van heel veel meters en dan alsnog los of vast in het riet. En ik heb 2 echt grote joekels gevangen, 1 in het Westeinde waar ik gelukkig hulp kreeg bij het scheppen en eentje langs de Zoetermeerserijweg. ( waar je eigenlijk niet mag vissen) Daar loopt een brede nieuwe sloot , ontstaan bij de aanleg van De Nieuwe Driemanspolder. De sloot is heel slecht  bevisbaar door de hoge kanten, maar.. aan het einde ligt een hele grote duiker. Ik denk dat die naar de golfbaan van Zoetermeer gaat. Daar was plek om te zitten en om te scheppen als dat nodig mocht zijn. En dat was nodig. Ik had voor de Formule 1 race van Monza gevoerd en was gaan vissen na de race. Binnen 10 minuten had ik beet. Ik ben zeker 20 minuten bezig geweest om de vis in het schepnet te krijgen. Wat een knokpartij. Maar eerlijk gezegd vind ik het struinen, plekjes maken en dan wat kleinere karpers vangen leuker dan zo een joekel.

Die van de Zoetermeerserijweg.

Toen ik zo rond de 70 karpers had gevangen moesten het er wel 100 gaan worden En liefst voor dat het echt koud begon te worden. En buiten dat, vliegvissen op snoek  kreeg ik steeds meer zin in. 
Gelukkig had ik er een productieve nieuwe stek bij gevonden (  2 vijvertjes in Zoeterwoude waar je ook niet mag vissen).  Meestal maakte ik daar 3 plekjes, en allemaal in de buurt van de rietkragen. Daar was het water vaak niet dieper dan 60 cm terwijl de vijvers in het midden dieper waren.  Maar toch kwamen de karpers altijd naar dat ondiepe toe om te azen. Een van de plekjes lag einde middag altijd in de zon en daar heb ik zelden geblankt. Natuurlijk verspeelde ik er wel eens eentje in het riet maar het bleef een hele mooie stek waar ik nooit iemand op karper heb zien vissen.

Mooie stek in Zoeterwoude

Eentje uit Zoeterwoude

Zodoende tikte de aantallen lekker aan en had ik qua stekken ruime keus.  Een ineens stond op 9 oktober de teller op 99. Ik wilde van nummer 100 iets bijzonders maken. Terug naar het Westeinde omdat ik daar was begonnen bijvoorbeeld. Of toch nog een keer de Zoetermeerserijweg ondanks het visverbod.  Maar het werd een van de vijvers voor de Ikea in Delft. (waar je overigens ook al niet mag vissen). De vijver is verbonden met een klein slootje dat eindigt bij een stuwtje. Dat slootje ligt bij de begraafplaats Iepenhof. Eens had ik daar (na een begrafenis) in de vuilhoek bij het stuwtje karper zien azen. Dus het moest maar de Ikea worden. Eerst wat stekjes in het slootje gemaakt maar dat gaf kreeft. Dus op naar de vijver. Er was gemaaid en ik kon aan een stenen muurtje zitten en een stekje maken onder een boom. Na een minuut of twintig kreeg ik last van witvis en omdat het al wat later werd heb ik snel een stekje  gemaakt in het hoekje van de vijver waar het nodige vuil lag. Gevoerd met 1 handje vogelvoer en er  wat mais bij gegooid.  Ik zat daar eigenlijk wel lekker. Hengel op het muurtje, beetje uit de wind en dus zit je wat te mijmeren. Ineens zag ik mijn hengel het water in schuiven, ik bukte over het muurtje om de hengel te grijpen,  maar toen viel ik in het water met mijn kop naar de bodem. Ik had mijn ogen open en zag de belletjes uit mijn neus komen. Geen paniek nu. Rustig recht komen en er heel snel  uitklimmen. En daar  ging mijn mooie hengel langzaam naar de  overkant. Ik heb snel mijn telefoon en portemonnee in de fietstas gedaan en ben toen met het schepnet omgelopen naar de andere kant van de vijver. Op een gegeven moment kwam de hengel wat dichter bij en ben ik met het schepnet het water ingestapt en kon ik het net achter de molen krijgen. Dus ik had de hengel weer terug. De karper zat er nog aan dus de dril begon eigenlijk pas. Maar de karper zwom vast in het riet en na enige tijd was ik er wel klaar mee en heb ik de lijn kapot getrokken.  Op de kant geklommen , opgeruimd en als een gek naar huis gefietst.  Naderhand realiseerde ik me dat er niemand stond te kijken toen ik in het water stond met het  schepnet en een kromme hengel. Gelukkig is alles goed afgelopen en hebben we er  naderhand ook om kunnen lachen. Alles is netjes opgedroogd en de telefoon deed het ook weer goed na een dagje in de ongekookte rijst.

Nat pak

Maar de teller stond nog steeds op 99. Ik wilde nu gewoon nr. 100 vangen en geen gedoe meer. Weer richting Pijnacker gefietst maar omdat op veel plekken het water al laag stond ( voor de winter neem ik aan)  toch door gefietst en een mooie stek gevonden. Daar stond zeker 80 cm , meer dan gemiddeld. Voerplekjes gemaakt bij 2 duikers en eentje onder een boom.  Binnen een half uur ving ik een mooie nr. 100 al snel gevolgd door nr. 101  met ook een best formaat. Het zat er op. Rustig weer naar huis gefietst en via de App van de club laten weten dat het klaar was en dat ik zou trakteren op de clubavond.

De laatste karper

Op de clubavond werd ik van harte gefeliciteerd en werd nr. 100 met digitaal vuurwerk gevierd.
Nu 100 snoeken op de vlieg werd er voorgesteld, maar dat hebben we aangepast naar  100 snoeken op de vlieg maar dan met de hele club. En dat zal best nog wel een kluif worden denk ik.

Wim Brummer

Geplaatst in verhalen | Reacties uitgeschakeld voor 100 karpers

Het kwartje viel laat

Het is zaterdagmiddag met een zonnetje, 23 graden en een fors westenwindje. Ik heb nog tijd om twee uurtjes te vissen dus ik stap op de fiets en rijd naar de Voorweg richting Wilsveen nabij Zoetermeer. Gister had ik daar een paar leuke ruisvoorns gevangen, reden genoeg om het nog eens te proberen. Nu wel met een drietje i.v.m. met windkracht 4 .  

Nu sta je daar langs een weg waar 60 km  gereden mag worden en dat gebeurt dan ook. De berm is breed genoeg maar het blijft oppassen met de achterwaartse worpen. Nog een minpunt is dat sommige automobilisten het leuk vinden om te toeteren als ze langs rijden. Misschien goed bedoeld maar ik schrik er soms van.  En natuurlijk vaak  aanspraak van een collega visser.

Na een tijdje gevist te hebben viel het me op dat er wel erg veel getoeterd werd. Dat niet alleen, er werd soms ook iets geroepen en de Ford 150 gaf nog eens lekker een dot gas vlak achter mij. Mijn middelvinger werd een automatisme. Een bromfietser riep “lekker handig” en een fietser riep “goed geparkeerd boerenlul”. En toen begon het mij te dagen. Vlakbij stond een auto geparkeerd, redelijk op de weg voor een inrit van een boerenwoning.  En inderdaad tamelijk asociaal, maar ik was op de fiets mensen!  Het was niet mijn auto.

Ik ben maar wat opgeschoven langs het water maar men bleef ageren in verband met de geparkeerde auto. Ik begon nu terug te roepen en te zwaaien als ze kwaad voorbij reden.  Tot die ene fietser, ook hij begon te roepen dat dit geen parkeren was. Ik riep “kom eens terug” en dat deed hij. Hij draaide om reed pissig terug naar mij. “Wat had je” was de openingszin. “De pest in” zei ik, “omdat iedereen denkt dat het mijn auto is maar mijn fiets staat daar””.

“Oh sorry”

Wim Brummer

Geplaatst in verhalen | Reacties uitgeschakeld voor Het kwartje viel laat

Veiling Nieuwe Stijl

Een van de jaarlijkse activiteiten op onze Vliegvisclub Weight Forward is de veiling van vliegvisspulletjes.

Iedereen heeft wel vliegvisspulletjes dubbel of is erop uitgekeken en wil iets nieuws, om die leden van hun spulletjes af te helpen wordt er al jaren een veiling op de club gehouden. Echt een van de activiteiten om naar uit te kijken, zien wat anderen over hebben en als het naar je wens is er lekker op kunnen bieden.

De laatste jaren wordt dit evenement in goede banen geleid door onze voorzitter Ted Theisen in de rol van veilingmeester en Peter Meijerink in zijn eigen vertrouwde rol als penningmeester, hij plakt de stickers op de spullen en houd digitaal de bieders in de gaten. Ja als je bied sta je geregistreerd en pas na betaling is het gebodene je eigendom daar let Peter wel op.

Dit jaar dus ook weer een veiling alleen was er 1 ding anders, de penningmeester werd er zeker blij van.

Vanwege de corona gaat het bij bijna alle clubs financieel wel wat minder dus werd er bedacht dat de opbrengst niet aan de eigenaar maar aan de clubkas ten goede kwam. Het grappige is volgens mij dat je ziet dat er nog meer spullen worden aangeboden en dat de biedingen ook hoger worden.

Ja, nu komt wat je bied indirect weer bij je terug, er waren er zelfs die tegen zichzelf opbodenJ

Al met al een heel gezellige avond met een prima opkomst en zeker voor herhaling vatbaar. Tot de volgende keer. Groetjes Harry Jansen

Geplaatst in verhalen | Reacties uitgeschakeld voor Veiling Nieuwe Stijl

Met een nimfje

Het is maandag 28 februari, einde van de meteorologische winter. En dat is te merken ook, 11 graden en zuidenwind. Ideaal om weer eens een paar uurtjes richting Stolwijk te gaan.  Eerst naar de Benedenberg, met zuidenwind en dus wind in de rug,  is het heerlijk vissen daar. Ik had echt zin om met een tweetje en kleine nimfjes lekker te pielen en mooie wintervoorns te zoeken. Omdat het die nacht tot 5 graden zou vriezen leek het mij verstandig om er rond 12.00 uur te zijn. In de hoop dat het water dan een beetje opgewarmd was of in ieder geval ijsvrij zou zijn.

Rond die tijd is er nooit file en stond ik snel aan het water. Na een kopje koffie heb ik het tweetje opgetuigd en voorzien van  vers 12/00 en 2 nimfjes. De bovenste maatje 16 van mijn standaardnimfje met een koper kraaltje en de onderste een soort Copperjohn maar dan maatje 16 met een tungsten kraaltje. Klein schepnetje aan de magneet gehangen, want je weet het maar nooit. Altijd kans op een snoek of die ene hele grote voorn en die wil je dan wel kunnen scheppen.

De eerste stek zag er verdacht stil uit. Geen kringetjes, geen visbroed, geen snoeken, ook geen ijs overigens, dat dan weer wel. Na een uur geconcentreerd en zeer langzaam vissen had ik nog maar 1 voorn gevangen. Geen stootje te zien, ondanks de beetverklikker die ik er op had gezet.  Een collega nimfvisser kwam al vissend langzaam mijn kant op. Ook geen stootje, hij had al drie andere stekjes geprobeerd maar nog niets gevangen. Ook vond hij, net zoals ik, dat op veel plekken geen of slechter wintervoorn  te vangen was. Zelfs bij Drimmelen was het dit jaar slecht wist hij te vertellen.

Reden genoeg om naar de volgende stek te wandelen om het daar eens te proberen. Ook daar geen aanbeten. Soms een visje van 5 cm vals gehaakt want daar lag het vol mee. Maar vreemd genoeg ook daar geen jagende snoeken. Alles doodstil. Inmiddels was het al voorbij twee uur geworden en heb ik de auto opgehaald om naar een andere stek te rijden. Die stek was een maandje geleden enorm goed.

Helaas ook daar geen vis te zien en inmiddels had ik al van alles geprobeerd, beetje strippen, hoger vissen, groter vissen, nog kleiner vissen maar niets hielp. Ik denk dat de vis gewoon weg was. Dus niet meer op de winterstekjes maar gewoon verspreid. Ik kan mij niets anders voorstellen, het is rond 14.30 uur, de zon schijnt, weinig wind, de nimfjes zijn goed en dan geen stootje dan denk ik dat ze gewoon weg zijn.

Dan is het natuurlijk wel  heerlijk weer en je wandelt lekker maar ik wilde ook vis vangen. Ik besloot om even naar de Kadijk te rijden. De Kadijk aan de westkant van de provinciale weg. Het is een fiets/wandelpad en heel rustig. En met deze wind uit het zuiden kun je prima vissen in de slootjes en kopeinden aan de noordkant. Daar is het 10 tot hooguit 50 cm diep.

Ik kom hier wel vaker en weet dat die verlande slootjes en visloos uitzien. Op de meeste stukken is dat ook zo maar hier en daar is het net wat dieper en daar zitten toch altijd wel wat baarsjes en ruisvoorntjes tot 15 cm toe.  En dan is het toch weer een leuk spelletje om die kleine rakkers te vangen.

Zoals gezegd kom ik hier vaker en heb ik er mooie herinneringen aan. Heel veel jaren geleden heb ik Ger van Oenen geholpen hier zijn eerste visjes met de vlieg te vangen. Ger is rond afgelopen kerstmis overleden dus als ik daar ben dan denk je daar  toch altijd even aan. Als je er in de zomer op zondag vist dan zie je veel mensen en vooral stelletjes hand in hand uit de omgeving daar hun rondje wandelen.  En soms kom ik die collega nimfvisser tegen die nooit wat zegt en waarschijnlijk andere vissers niets wijzer wil maken. Helemaal achterin de polder woont een boer. Soms zie ik hem of zijn zoon als ze langsrijden met de trekker of als ze de koeien moeten verweiden. Maar ik zal nooit vergeten dat een keer zijn dochter erbij was. Rode smerige overal, kaplaarzen onder de stront maar wat was dat een mooi meisje. Ik heb er met open mond naar staan kijken.

Maar ik kwam hier om te vissen. De beetverklikker ging er af, de onderste nimf kon er af en de lijn werd nog even extra ingevet. Schepnet kon wel in de auto blijven en ik liep gelijk naar de eerste stek. Nou ja stek. Een slootje van drie meter breed en 10 meter lang met haaks er op  een uitloopje van hooguit een meter breed en met duikertjes verbonden met ander water. Er staan wat boompjes in de weg en hier en daar ligt er ook een tak maar er zit bijna altijd vis. Het kost je altijd wat nimfjes maar dat geeft niet.

De eerste was een baarsje van 10 cm vanaf de bodem. Baarsjes houden wel van een gestripte nimf daarom  geen minutieus gepiel meer op de vierkante centimeter maar een beet je strippen. Dat hielp. De eerste voorntjes grepen het nimfje. Soms lijkt het dan of er voedselnijd ontstaat. Uiteindelijk werd bij elke worp de nimf direct gepakt als deze het water raakte of na een klein stripje. De meeste voorntjes waren 12 cm groot of klein maar het blijft een mooi gezicht als je de leader een fraaie V in het water ziet trekken wanneer een voorn de nimf pakt.

Ik denk dat ik er in een uurtje ongeveer 20 gevangen had, dus de visdag was wat mij betreft gered aan de Kadijk.

En oh ja, schepnet in de auto gelaten. Je raadt het al. Een snoek op de nimf, prima te doen met 12/00 en een tweetje maar landen lukte niet ondanks een laars vol water en natte mouwen.

PS: En de dag er na werd ik ziek met als resultaat Corona daarom voorlopig even uitgeschakeld.

Wim Brummer

Geplaatst in verhalen | Reacties uitgeschakeld voor Met een nimfje

Een middag in de polder

Het is eind januari en ik kan rond Zoetermeer de voorn niet vinden. Ja , 10 cm groot of nog kleiner maar echte voorns ho maar. Goede reden om weer eens de polder in te gaan. Dit keer een middag naar Stolwijk. Ik ken daar de weg een beetje en weet altijd wel een stekje met vis te vinden.

Toen ik rond 12.00 uur arriveerde stond de eerste stek al vol met 2 vliegvissers. Ik had op de smalle weg wat auto’s achter me daarom was er geen tijd voor een praatje pot.

Een stukje verder heb ik de  auto op een dammetje geparkeerd en eerst maar eens een kopje koffie genuttigd en een plasje gedaan. Vanuit de verte zag ik de 2 vliegvissers hard strippen dus die waren duidelijk niet aan het nimfen. Op die plek ( en op wel meer plekken) wemelt het van de snoek. Je hoort en ziet ze daar altijd jagen en klappen. Ik heb nog nooit iemand daar een van die snoeken zien vangen. Die kennen alle trucjes al. Je vangt ze wel eens per ongeluk aan een nimfje.

Ik heb mijn drietje opgetuigd met 12/00 en 2 nimfjes. Haakje 16, de onderste met een tungsten kraaltje. De bovenste met een koper kraaltje. Simpele nimfjes, fazantstaart, koperdraadje en een beetje zwarte dubbing tegen het kraaltje. Zakken gevuld met reserve spulletjes en 2 doosjes met nimfjes en schepnet op de rug want je weet maar nooit of er een snoek aan gaat hangen.

Na 10 minuutjes wandelen kwam ik op een voor mij andere bekende stek aan. Beschut door 3 huizen en wat bomen en tussen twee brugjes heb je dan een stek van 25 m1 waar de voorn gestapeld hoort te liggen. Hoort te liggen,  want ditmaal waren  ze er niet of ik was te vroeg en waren ze nog niet actief. Wat wel actief was, waren weer een paar snoeken die met veel kabaal door het slootje ragden. Een klap, een kolk en een waaier van voorntjes van ca 7 cm, honderden tegelijk.

Intussen had ik aanspraak met een zestal vliegvissers van mijn leeftijd en waarschijnlijk allemaal met pensioen, want wie kan er op een maandag met zes man een dagje vissen ? Ze waren aan het snoeken. Allemaal met mooie en slanke niet al te grote streamers. Ze waren al een tijdje bezig maar nog niets gevangen. Gekmakend natuurlijk als je hier en daar heel veel snoek ziet jagen. Maar als zo vaak daar, de snoek is heel moeilijk te vangen. Ze hebben vreten zat en er wordt heel, heel veel gesnoekt in die buurten. Ik ben al heel vaak mensen uit België en zelfs uit  Frankrijk tegen gekomen die hier kwamen snoeken.  Een paar uurtjes later kwam ik de vliegvissers  weer tegen en was er 1 snoek gevangen. De eer was gered zeg maar.

Eigenlijk niet zo gek. De snoeken die ik die dag heb gezien, gingen allemaal met flink kabaal door de scholen voorntjes. Ik denk met de bek wijd open en dan er dwars doorheen en niet achter een grote voorn aan. Ik heb viermaal zo een klein voorntje vals gehaakt zoveel lagen er.

Ik had ook mijn ultra licht werphengeltje bij me met kleine shadjes van 4 cm. Daar vang ik de laatste tijd per ongeluk nogal eens een snoek mee. Maar ook daar hadden de snoeken geen belangstelling voor dus het hengeltje maar snel weer opgeborgen in de auto.

Ik was nu bijna twee uur en een kilometertje verder en had eigenlijk nog niets gevangen dat de moeite waard was. Dus de auto maar opgehaald en een stukje verder weer op een dammetje geparkeerd en weer aan de wandel gegaan. Ik parkeer altijd op een dammetje en laat dan een briefje in de auto achter met de tekst “sta ik in de weg? Gevolgd door mijn 06 nummer.

De volgende stek was snel gevonden, jagende snoek, maar haaks op het slootje een grote inham richting weiland. Weer een beschutte plek, een grote coniferen haag, een brug aan weerszijden, een  boerderij en een groot huis. In het slootje zelf kreeg ik geen beet en haakte is weer kleine voorntjes bij het ophalen. Maar in de inham haaks op de sloot daar waren ze dan. VOORNS !. Wintervoorns zoals het hoort. Staalblauwe blankvoorns en dikke ruisvoorns. Ik heb er twee uur staan vissen en twee uur lang achter elkaar voorns gevangen. Alles aan het onderste nimfje. Geen idee hoeveel ik er heb gevangen, ik denk gauw een 20 stuks.

Ik had nog even aanspraak met de bewoonster van het mooie huis. Ze vroeg of ik wat ving  en ze wist dat ik aan het vliegvissen was. Haar man en zoon gingen elk jaar tweemaal naar de Kyll. Ik heb haar verteld wat ik gevangen had, eigenlijk naast haar deur en naast de deur van twee vliegvissers. Maar vissen op voorn, dat deden ze niet. Forellen dat vonden ze mooi. Bij het weggaan riep ze nog “Tight Lines” nou die had ik inmiddels wel gehad.

Wim Brummer

Geplaatst in verhalen | Reacties uitgeschakeld voor Een middag in de polder

Zoekmachine

Eind oktober heb ik weer eens gevist bij de Noordpolder. Een lastige plek, altijd wind en heel veel knotwilgen die niet geknot zijn. En daar waar een open stukje is, heeft een buurtbewoner dan een extra stok van een metertje of 3 in de kant gestoken zodat je daar lastig kunt vliegvissen.  In de zomer met zuidenwind kon je tussen de knotwilden door ruisvoorn vangen tegen de kroosbedden aan de overkant van het water. Wel geconcentreerd blijven want anders eindigden je vliegen in de knotwilden naast je. Maar er zijn veel bruggetjes en dammetjes dus je kunt er wel vissen. Het is en blijft een mooi water met snoek, baars en ruisvoorn.

Met een drietje en 2 nimfen ving ik eind oktober op een open plekje langs het water of vanaf een brug geregeld ruisvoorn. Kleintjes maar ook mooie maatvoorns. Op twee plekjes ving ik eigenlijk alleen maar baars. Twee hotspotjes dus waar elke worp een baarsje opleverde.   Ik had nog een Ultra Licht hengeltje van zoonlief op zolder staan met een klein molentje en 8/00 gevlochten lijn. Het hengeltje is maar 1.60 m lang met een werpgewicht van 0,5 tot 6 gram. Prima om baarsjes mee te vangen ( hoewel zoonlief er onder luid applaus een metersnoek mee ving tijdens een boottochtje op de Vliet).

Als het nu een keer een  te harde noorden wind  waaide voor de vliegenhengel zou ik het een keer met een shadje proberen tussen de knotwilgen door en vanaf de bruggetjes. Loodkopjes van 2 en 3 gram gekocht en wat kleine shadjes tot 4 cm .

Een van de redenen om dit een keer te proberen is het feit dat de wintervoorn uit Zoeterwoude is verdwenen. Helaas, helaas, het was een leuk plekje om een paar uurtjes te vissen en het was vlakbij en ik kan niet altijd naar Oudewater o.d.

Daarom op een winderige dag naar de Noordpolder gereden en gevist met het UL hengeltje en kleine shadjes. Dat was eigenlijk hartstikke leuk.  Zat baarsjes tot 15 cm maar ook uitschieters naar 25 tot 30 cm. Ik ben zeker 5 maal terug geweest en langzaam werd het minder. De hotspotjes deden het niet meer en de aantallen liepen terug. Maar er was altijd wel wat te vangen. Je vist ook redelijk snel veel water af, sneller dan met de vlieg.

En  tussen de baars door ving ik regelmatig een snoekje aan het shadje en eenmaal een beste snoek die op het laatste moment losschoot.

Inmiddels had ik voor 35 euri ook een eigen UL hengeltje gekocht, nu van 0 tot 5 gram en 1.80 m lang.

Ik heb er mee gevist in de Voorweg, de Katwijkerlaan, Westerpark, Burmade, Westeinde en meer watertjes in de buurt. De loodkopjes werden lichter en lichter van 0,5 tot 1,5 gram en de verzameling kleine shadjes  groeide gestaag. Uiteraard ving ik de nodige baars en op zo een licht hengeltje is het heel leuk vissen. Het lijkt op een # 2 voor het vliegvissen. Een baars van 20 cm voel je goed.

Natuurlijk heb ik  ook internet afgestruind en op facebook zijn er groepen die vissen met Micro Lures en op You Tube zijn er zat filmpjes te vinden van mensen die vissen met hengeltjes tot 1,5 gram en hele kleine aasjes. Zo klein dat het wat mij betreft dan weer op vliegvissen gaat lijken, dus daar ben ik niet aan begonnen. ( haakje 14 of 12 met een tungsten kopje en dan een rubber dingetje er aan, ja dan vang je brasem, ruisvoorn, baarsjes enzovoort. Het is een aparte tak van sport die zeker in Engeland op de “canals” populair is ).

Natuurlijk heeft dit UL vissen ook zijn beperkingen. De Vliet is 3.60 m diep daarom slaan we die voorlopig maar over. En met een stevige wind en een loodkopje van 1 gram is het contact houden en voelen van een aanbeet ook lastig.

Voor mij stopt het nu bij shadjes van 3 cm. Maar wat krijg je eigenlijk veel aanbeten van snoek op deze kleine shadjes, zeker als je ze heel langzaam, maar met de nodige beweging, binnen kunt vissen. Vaak blijven de snoeken hangen omdat het haakje echt in de lip zit en niet dieper. Zit het dieper dan is het soms rats en alles weg, maar dat gebeurt heel weinig. Missers heb je ook, dan schieten ze toch los, het zijn ook vaak maar kleine haakjes.

En met geduld is een snoek van 80 cm prima te landen met een 5 grams hengeltje, dat gaat met de #2 vlieghengel tijdens het nimf vissen op wintervoorn ook,  dus geen probleem.

Maar het leuke is dat je veel snoek vindt.  En dan kun je een keer terug met de vliegenhengel en een streamer. Dat heb ik nu dus een paar keer gedaan en alsnog de gemiste snoeken gevangen. Je weet ongeveer waar ze liggen. Een beetje  “hit en run” vissen. Zo werkt het vissen op baars met een UL hengeltje dus als zoekmachine voor de snoek.

En omdat ik toch “light” bezig was, heb ik als de wind het toeliet gevist met een 8 ½ ft 5/6 hengeltje van DAM en streamertjes van max 12 cm van kunstfibers en hairextensions. Een DAM hengeltje uit de nalatenschap van “Ron Koffie”.

En is het water wat groter en de wind wat harder dan neem ik gewoon de 10 ft #8, zeker als de oevers want minder toegankelijk zijn.

Ik vermaak mij wel.

Wim Brummer

Geplaatst in verhalen | Reacties uitgeschakeld voor Zoekmachine