De eerste 2 weken in maart kijk ik regelmatig in het Westeinde of ik karper zie zwemmen of paaien . Ik probeer ze dan met een nimf of zo iets te vangen. Dat lukt meestal niet. Daarom wilde ik het eens anders doen. De Hardy # 7/8 gepakt en de tippet van de # 6 lijn verlengd met een meter of 8. Daaraan een dobbertje 0,5 gram, loodjes en een karperhaakje. Zinkend uitloden en de haak voorzien van 1 maiskorrel en een worm. Beetje Justus met wat mais voeren of voorzichtig bijvoeren bij de belletjes en de stofwolkjes en je aasje laten zakken.
16 maart was de eerste poging in het begin van het Westeinde omdat daar de meeste stofwolkjes te zien waren. Alle begin is moeilijk, 3 maal mis geslagen en 1 schele pos gevangen. Later leerde ik dat die schele pos hier een plaag kan zijn.
Maar 17 maart was het voor de eerste keer raak, weer een schele pos maar nu ook 2 karpers! En op 24 maart was het weer raak. De kop was er af en het smaakte naar meer. Ik ben toen begonnen met elke karper te fotograferen.
De eerste karper.
Tussendoor diverse andere plekjes in de buurt bezocht maar daar was nog geen leven te zien. Begin april begon in het Westeinde de paai.
Maar ik had de smaak te pakken en kocht een penhengel. Een Oldskool Lions Carp Float van 12 ft en 1,75 lbs. Met een mooie parabolische actie. En dat voor 49,95 euri. Zoonlief had nog een mooie Shimano molen voor me met verse lijn, dus ik was spekkoper. Natuurlijk wat dobbertjes en een matje gekocht. Ik heb het hele Westeinde af gevist en veel gevangen en veel geleerd. Ik ben ook in de gelegenheid om veel te vissen. Korte sessies tussen ca 14.30 en 18.00 uur en vaak 4 maal per week. Dan leer je snel.
Een hele beste uit het Westeinde
Niet alleen van het zelf vissen maar ook via Facebook kun je veel leren. Ik heb diverse groepen over penvissen gevolgd en zo ook weer het e.e.a. gelezen over zelf dobbers maken. Dat is een leuke hobby in een hobby. Ik heb het hele jaar met eigen dobbers en drijvers gevist. De dobbers van riet en saté pen en de drijvers van balsa en saté pen. Alles variërend van 0,3 tot max 0,7 gram. ( als vliegvisser ben je gewend e.e.a. zelf te maken, ik vis ook graag met eigen gemaakte spinnertjes)
Riet dobbertje.
De hele lichte drijvertjes werden voorzien van een extra beetverklikkertje op ongeveer 30 cm afstand van het drijvertje zodat bij wind en stroming toch genoeg zicht bleef op aanbeten.
En natuurlijk stekken zoeken. Veel fietsen, goed kijken. Die stekjes bleken er toch genoeg te zijn in een straal van 30 minuten fietsen vanaf huis. Sommige stekken gaven heel veel brasem en soms idioot grote brasem, andere stekken heel veel kreeft ( wat een plaag) en weer andere stekken giebels.
Zoonlief voorzag me geregeld van voer; duivenvoer met hennep, geweekt en gekookt, prima voer. Later ben ik zelf voer gaan maken van vogelvoer, geweekt en gekookt met een handje mais er door. En altijd met gemalen anijszaad er in. ( ik heb dat geloof ik ooit ca 60 jaar geleden gelezen in een van de boekjes van A. van Onck).
Vissen deed ik meestal met 2 korrels mais, geen wormen meer in verband met de kreeft, hoewel die ook mais pakken. Maar een blikje mais is heel handig en goedkoop aas.
Natuurlijk heb ik ook weleens geëxperimenteerd. Custarddeeg is heel simpel te maken en is een goed aas voor karper maar ik vond het lastig. Vaak misgeslagen maar het werkte wel.
Gek gemaakt door al die facebook groepen heb ik 1 keer met kattenvoer gevist. Ik had nog wat poezenbrokken die heb ik vermalen zodat het deeg werd. Het leek me wel wat voor een stek vlak bij mijn huis. Ik wist dat er karper in die sloot zat, naast brasem en giebel. Op een avond met snoeischaar en hark een plek gemaakt in het riet waar ik kon zitten ( hopeloos trouwens overal dat riet). De volgende dag moest het gebeuren , een nieuwe stek en nieuw aas. De verwachtingen waren hoog gespannen. Maar het was geen succes. De kreeften waren er snel bij, 5 stuks op rij, gevolgd door een brasem en een giebel. Wegwezen dus.
Ik was constant op zoek naar nieuwe stekjes. En die heb ik genoeg gevonden. Het is begin juni heel lang achter elkaar noordenwind geweest zodat er mooie vuilhoekjes ontstonden. Die hoekjes, maar ook de doodlopende slootjes met een vuilhoek waren meestal goed. En natuurlijk duikers ! Ik ken diverse stekken waar aan weerszijden van de duiker altijd karper te vangen is. Ook in onooglijke slootjes van 2 meter breed en 50 cm water. In die slootjes gebruikte ik vaak een oude vliegenhengel met een molentje omdat die hengel nog zachter was dan de Penhengel van Lion en omdat je niet hoefde te werpen. Werpen met een vliegenhengel en een drijvertje van 0,3 gram is lastig, de lijn kleeft snel aan de hengel. Maar in zulke slootjes kun je het aasje zo neerleggen, desnoods tegen de kant aan. Een van die onooglijke slootjes had een kruispunt van duikers, twee duikers haaks op elkaar ( ik heb het nog eens nagekeken op de legger van Hoogheemraadschap Delfland). En er stroomde altijd wel een van die twee. Dit bleek een altijd leverende topstek te zijn.
Onooglijk slootje bleek topstek
Die molentjes is ook een verhaal op zich. Gek gemaakt door de Oldskool Penvissers facebookgroepjes heb ik een oude Shakespeare 2701 gekocht voor 30 euro. De slip was er eentje van alles of niets maar een goede schoonmaakbeurt en wat grafietpoeder tussen de slipplaatjes zorgde voor een werkbare slip. Omdat dit molentje simpel te repareren is, heb ik er nog eentje gekocht . Helaas viel mijn fiets om waar de hengel tegenaan stond en brak de molenvoet af. Daarom ook nummer 3 gekocht. Nu heb ik er 2 die werken en nog een voor de onderdelen. Deze molentjes pasten beter op het penhengeltje of op de vliegenhengel gezien het formaat van de karpertjes. De Shimanomolen van mijn zoon hield ik voor het zwaardere werk. Die 2701 wordt ook wel de “Budget Ambidex “ genoemd, of “the poor mens Ambidex”. ( De blauwe Ambidexen gaan voor 150 euro over de toonbank)
Shakespeare 2701
Rond 1 juli had ik inmiddels 25 karpers gevangen en vond ik steeds meer plekjes rond Zoertermeer. Richting Pijnacker tussen de kassen is heel veel water. Met heel veel duikertjes en soms afgesloten stukken. Het water is in het algemeen groen of bruin met vaak bijna geen doorzicht. Karper kan zich verraden door belletjes of stofwolken zonder dat je ze ziet zwemmen. Tussen de kassen kan het water zo vies lijken dat ik wel eens dacht dat die vissen blij waren als ze even op de kant lagen. Soms varieerde de kleur per kassencomplex. Van belletjes heb ik ook het een en ander geleerd. Schuimbellen bij bijvoorbeeld Westeinde in het veen is azende karper. Belletjes op 1 plek , een voor een en soms een klein stofwolkje is kreeft.
De karpers uit polderwater/veenwater zijn van boven mooi donker. Karper uit de slootjes rond de kassen zijn vaak egaler van kleur.
Intussen had ik ook een groter schepnet aangeschaft. Dat is toch wel heel handig en voor de karper ook beter.
Op 10 minuten fietsen vanaf huis had ik een mooie stek gevonden. Een mooi slootje dat uitmondde in een vijvertje en in het hoekje daarvan zat een duiker dat vaak stroomde. Maar er waren 2 problemen. De kant bij het duikertje was heel stijl. Dat loste ik op door de karper na het aanslaan veel lijn te geven zodat ik kon omlopen naar een vlakke kant om hem daar te scheppen, dat lukte elke keer. Het tweede probleem waren honden. Waar het schepnet klaar lag, blafte er achter een schutting een grote herder. Als ik in de buurt van de duiker kwam kwamen er 1 herder en 2 pitbulls aanrennen in een aangrenzende tuintuin en begonnen dan te blaffen. Heel irritant en ik kreeg er altijd de zenuwen van. Mede doordat ik bang ben van honden, van alle honden en zeker pitbulls en herders. Gelukkig duurde de sessies nooit lang. Handje mais voeren en twee maïskorrels laten zakken voor het duikertje en bingo. Zo kon je soms 3 karpers in een uur vangen en dan gauw wegwezen. In dat slootje was ik eens met de streamer hengel aan de gang. Er liepen schapen los op het pad aan mijn kant en er liepen schapen op een paadje langs de kas aan de overkant van het slootje. Dat paadje aan de overkant kwam uit in de tuin van de pitbulls en die herder. Ineens begonnen de schapen te rennen , de honden er achter aan en 15 minuten later lagen er 3 doodgebeten schapen langs het water. Toen was ik genezen en heb ik er weken lang niet gevist.
Top stek, jammer van de honden.
Op 27 augustus heb ik een andere penhengel gekocht. Zoonlief heeft een hand gebouwde penhengel van Chris Loeven. Hij heeft nr 85. De hengel is 13 ft en 1,5 lbs en heel parabolisch. Ik vond het een wel erg lange hengel en vroeg me af of dat nu zo handig was. Wist ik veel, ik had nog nooit een penhengel gezien in die tijd. En ineens stond er eentje te koop op Marktplaats. Een CL net als mijn zoon heeft maar dan met nr 65. Die heb ik op dringend advies van zoonlief gekocht en daar heb ik geen spijt van. Met de Shimanomolen is dat een hengel die alles aankan en mooi krom gaat, ook bij kleinere karper. ( zoonlief vangt karpers van 100 cm en dan gaat de hengel tot in het handvat krom). Ik heb nu dus 2 penhengels.
De meeste karpers die ik heb gevangen waren tussen de 40 en de 70 cm. Niet erg groot dus maar het aantal maakt een hoop goed. Als je 3 tot 4 stekjes voert en je vangt dan op elke stekje 1 karper is het toch echt leuk vissen. Zeker omdat ik vis tussen ca 15.00 en 17.30 uur, de rest is meestal fietstijd.
Ik heb 3 echt grote karpers gemist, een aanbeet en dan een run van heel veel meters en dan alsnog los of vast in het riet. En ik heb 2 echt grote joekels gevangen, 1 in het Westeinde waar ik gelukkig hulp kreeg bij het scheppen en eentje langs de Zoetermeerserijweg. ( waar je eigenlijk niet mag vissen) Daar loopt een brede nieuwe sloot , ontstaan bij de aanleg van De Nieuwe Driemanspolder. De sloot is heel slecht bevisbaar door de hoge kanten, maar.. aan het einde ligt een hele grote duiker. Ik denk dat die naar de golfbaan van Zoetermeer gaat. Daar was plek om te zitten en om te scheppen als dat nodig mocht zijn. En dat was nodig. Ik had voor de Formule 1 race van Monza gevoerd en was gaan vissen na de race. Binnen 10 minuten had ik beet. Ik ben zeker 20 minuten bezig geweest om de vis in het schepnet te krijgen. Wat een knokpartij. Maar eerlijk gezegd vind ik het struinen, plekjes maken en dan wat kleinere karpers vangen leuker dan zo een joekel.
Die van de Zoetermeerserijweg.
Toen ik zo rond de 70 karpers had gevangen moesten het er wel 100 gaan worden En liefst voor dat het echt koud begon te worden. En buiten dat, vliegvissen op snoek kreeg ik steeds meer zin in.
Gelukkig had ik er een productieve nieuwe stek bij gevonden ( 2 vijvertjes in Zoeterwoude waar je ook niet mag vissen). Meestal maakte ik daar 3 plekjes, en allemaal in de buurt van de rietkragen. Daar was het water vaak niet dieper dan 60 cm terwijl de vijvers in het midden dieper waren. Maar toch kwamen de karpers altijd naar dat ondiepe toe om te azen. Een van de plekjes lag einde middag altijd in de zon en daar heb ik zelden geblankt. Natuurlijk verspeelde ik er wel eens eentje in het riet maar het bleef een hele mooie stek waar ik nooit iemand op karper heb zien vissen.
Mooie stek in Zoeterwoude
Eentje uit Zoeterwoude
Zodoende tikte de aantallen lekker aan en had ik qua stekken ruime keus. Een ineens stond op 9 oktober de teller op 99. Ik wilde van nummer 100 iets bijzonders maken. Terug naar het Westeinde omdat ik daar was begonnen bijvoorbeeld. Of toch nog een keer de Zoetermeerserijweg ondanks het visverbod. Maar het werd een van de vijvers voor de Ikea in Delft. (waar je overigens ook al niet mag vissen). De vijver is verbonden met een klein slootje dat eindigt bij een stuwtje. Dat slootje ligt bij de begraafplaats Iepenhof. Eens had ik daar (na een begrafenis) in de vuilhoek bij het stuwtje karper zien azen. Dus het moest maar de Ikea worden. Eerst wat stekjes in het slootje gemaakt maar dat gaf kreeft. Dus op naar de vijver. Er was gemaaid en ik kon aan een stenen muurtje zitten en een stekje maken onder een boom. Na een minuut of twintig kreeg ik last van witvis en omdat het al wat later werd heb ik snel een stekje gemaakt in het hoekje van de vijver waar het nodige vuil lag. Gevoerd met 1 handje vogelvoer en er wat mais bij gegooid. Ik zat daar eigenlijk wel lekker. Hengel op het muurtje, beetje uit de wind en dus zit je wat te mijmeren. Ineens zag ik mijn hengel het water in schuiven, ik bukte over het muurtje om de hengel te grijpen, maar toen viel ik in het water met mijn kop naar de bodem. Ik had mijn ogen open en zag de belletjes uit mijn neus komen. Geen paniek nu. Rustig recht komen en er heel snel uitklimmen. En daar ging mijn mooie hengel langzaam naar de overkant. Ik heb snel mijn telefoon en portemonnee in de fietstas gedaan en ben toen met het schepnet omgelopen naar de andere kant van de vijver. Op een gegeven moment kwam de hengel wat dichter bij en ben ik met het schepnet het water ingestapt en kon ik het net achter de molen krijgen. Dus ik had de hengel weer terug. De karper zat er nog aan dus de dril begon eigenlijk pas. Maar de karper zwom vast in het riet en na enige tijd was ik er wel klaar mee en heb ik de lijn kapot getrokken. Op de kant geklommen , opgeruimd en als een gek naar huis gefietst. Naderhand realiseerde ik me dat er niemand stond te kijken toen ik in het water stond met het schepnet en een kromme hengel. Gelukkig is alles goed afgelopen en hebben we er naderhand ook om kunnen lachen. Alles is netjes opgedroogd en de telefoon deed het ook weer goed na een dagje in de ongekookte rijst.
Nat pak
Maar de teller stond nog steeds op 99. Ik wilde nu gewoon nr. 100 vangen en geen gedoe meer. Weer richting Pijnacker gefietst maar omdat op veel plekken het water al laag stond ( voor de winter neem ik aan) toch door gefietst en een mooie stek gevonden. Daar stond zeker 80 cm , meer dan gemiddeld. Voerplekjes gemaakt bij 2 duikers en eentje onder een boom. Binnen een half uur ving ik een mooie nr. 100 al snel gevolgd door nr. 101 met ook een best formaat. Het zat er op. Rustig weer naar huis gefietst en via de App van de club laten weten dat het klaar was en dat ik zou trakteren op de clubavond.
De laatste karper
Op de clubavond werd ik van harte gefeliciteerd en werd nr. 100 met digitaal vuurwerk gevierd.
Nu 100 snoeken op de vlieg werd er voorgesteld, maar dat hebben we aangepast naar 100 snoeken op de vlieg maar dan met de hele club. En dat zal best nog wel een kluif worden denk ik.
Wim Brummer