Een nieuwe snoekstek of toch niet

Tijdens de zoektochtjes naar karperstekken in het voorjaar ontdekte ik een mooie moddersloot waar karper zwom.  Je kent het wel, een golfje, een vinnetje duidelijk paai. Helaas zag ik ze alleen op een bijna niet te bereiken plekje. Ze zaten in een ondiep doodlopend zijslootje. Achter mij bomen en met een rolworp ging het niet lukken.  De sloot is op 10 minuutjes fietsen vanaf huis en een half uurtje wandelen.

In verband met het nu in oktober weer opgelaaide Coronavirus durf ik niet meer naar de sportschool. Mijn vrouw valt overduidelijk in de risicogroep. Met wandelen en fietsen probeer ik daarom  nog een beetje te bewegen.  Tijdens een van die wandelingen ben ik weer eens naar die moddersloot gegaan, gewoon even kijken of er iets te zien valt.

Het is een sloot van drie tot zeven meter breed, aan de ene kant eindigend bij een gemaaltje, het andere einde loopt dood. Het brede deel loopt langs bomen aan de ene kant en riet aan de andere kant. Het smalle deel heeft een graskant. Maar laten ze nu bezig zijn om veel bomen te rooien, dus met een beetje uitkijken is de sloot daar ook te bevissen. En ook belangrijk, er vist niemand, het ziet er niet uit, vies dik water. En wat snoek betreft ben ik daar niet zo bang voor, ze vinden de streamer toch wel.

Op een middag de fiets gepakt, hengel schepnet streamers tang mee en op naar de sloot.

Het gemaaltje stond aan en het water was echt vies. Na drie worpen dacht  dat ik vast zat. Toch een flinke ruk aan de lijn gegeven. Een grote kolk en veel modder en toen niks meer. Dat was even schrikken en ik was nog niet attent genoeg dacht ik. Een tiental meter verder weer een aanbeet, hard naar achter gelopen om de haak te zetten en weer een kolk en veel modder. Dus dat waren er twee gemist in een kwartiertje. En ik had er de afgelopen weken al 5 gemist dus ik begon nu wel erg aan mijn viskwaliteiten te twijfelen. En ik had nog wel nieuwe niet te grote ouderwetse bucktailstreamers gemaakt op een wormhook maat 5. Daar ving is ze vroeger ook mee. En ik had de weerhaak laten zitten tegen mijn gewoonte in, ik was dus duidelijk redelijk hopeloos. Maar ze bleven weer niet hangen.

Ik heb  die middag in ongeveer anderhalf uur 5 aanbeten gehad en 1 snoek kunnen vangen. Wel een hele mooie dikke. Niet zo een jagertje maar een echte snoek. Maar ik had toch een beetje de pest in, hoe kan dat nou. Bij een aanbeet geef ik echt een ferme ruk aan de lijn of ik loop naar achteren en toch 4 missers.

Twee dagen later ben ik toch twee uurtjes terug gegaan om het nog eens te proberen. Het  gemaaltje stond uit en het was iets minder vies, doorzicht misschien 20 centimeter hooguit. Hetzelfde stuk weer afgevist met dezelfde streamer. Eenmaal weer zo een aanbeet, alsof je vast zit en dan los, maar…. Toen zag ik een staart, en dat was geen snoekstaart, dat was een karperstaart.

Dus waren die aanbeten die zo log waren dan wel snoek, had ik misschien karpers vals gehaakt ? Zou kunnen,  maar dan viermaal achter elkaar? Ik dacht nu ga ik de proef op de som nemen. De sloot afgelopen of ik iets van karper zag. Vlak aan de kant zag ik een streep belletjes. Daar heb ik rustig de streamer overheen gehaald en toen… Je raadt het al een super aanbeet, of een vals gehaakte karper?  Het ging aardig te keer en op een gegeven moment zag ik dat de streamer keurig in de bek van een karper zat. Een hele beste karper trouwens. Een dikke grote schub. Na een kwartier drillen heb ik mij langs de hoge kant laten zakken om het schepnet in het water te kunnen leggen. Het water net onder het randje van mijn laarzen en verder alles dik onder de modder. Maar het lukte uiteindelijk om de karper in het net te krijgen. Wat een bak, ca 90 centimeter bleek later toen ik hem na kon meten aan de hand van de hengel.

Maar wat nu ? Volgende keer weer op snoek met de streamer of een blikje mais en wat zalmeitjes ? Of allebei de spulletjes meenemen? Ik weet het nog niet.

Wim Brummer

Dit bericht is geplaatst in verhalen. Bookmark de permalink.