Elk jaar vis ik een paar dagen op karper, met de vliegenhengel. Meestal met een 10 ft aftma 9 en twee meter 30/00 nylon en een beet verklikkertje. En als vliegenlijn een aftma 4 of 5. Dat klinkt raar maar dat gaat best wel en maakt net wat minder lawaai dan een 8 lijn vind ik.
Ik heb mijn visboek er eens bijgehaald en de eerste keer was al in februari. Lopend langs het Westeinde in Zoeterwoude had ik belletjes gezien . De eerste keren was nog geen succes. Beetje mais gevoerd en het zalmeitje er bij gelegd. Maar het waaide hard en de lijn dreef constant van zijn plaats. Dat was geen succes.
Op 5 maart was ik er weer. Weer wat mais gevoerd en nu een soort zalmeitje van een rood sinaasappel netje gemaakt, lijkt een klontje tubifex vond ik. Het was 10 graden en wat minder wind. En na een uurtje bewoog de beetverklikker. Slaan en hangen. Helaas net voor ik kon scheppen schoot de karper los. Balen. Maar ket kon al.
Op 30 maart weer naar het Westeinde, belletjes zoeken en nu een nimf over de belletjes getrokken. Raak, een aanbeet en een springende karper en lijnbreuk op de knoop.( dus voor mij even geen fluorcarbon meer)
11 april. Ineens is het twee dagen 20 graden dus op de fiets en wat paaisloten langs gefietst. Meestal “prutslootjes”van een meter of drie breed en hoogstens 70 cm diep. Polaroid bril op en turen. Ik vond ze uiteindelijk in een spoorsloot nabij het Balijbos. Mooie schubkarpers tot 80 cm. En dan wordt het spannend want je kunt ze zien en je kunt ze aanwerpen. Met een oranje zalmeitje dat langzaam zinkt. En dat is echt spannend en zenuwslopend. Vaak negeren ze het oranje bolletje maar soms dan… En dan breekt de hel los. Gierende lijn, verbrande vingers en meelopen als het kan. Na de eerste gevangen karper ben ik naar huis gefietst om een groter schepnet te halen. Want het was een heel geklooi met het te kleine net. Het was bij mij vlakbij dus na een half uurtje was ik weer present. En daar ving ik karper nummer 2.
17 april. In de spoorsloot zijn de karpers vertrokken naar de vijver langs het Balijbos. Bijna niet te bevissen door al het riet en vast en zeker ook verboden te vissen. Ik vond daar een verborgen karperstek. Een open plek gemaakt door iemand, bijna onzichtbaar en heel drassig. En eigenlijk geen plek om te werpen maar ze zaten er wel. Vanaf dat vijvertje loopt een duiker naar een sloot langs kassen en een wandelpaadje. Lekker rustig. Vies water, je ziet schimmen en voordat je het weet sta je op brasem ter werpen in plaats van op karper. Maar de grote schimmen zijn toch echt karpers tot 70 cm. Ook daar kon ik er eentje vangen met een zalmeitje. Dat was dus nummer 3.
24 april. Even wandelen langs het water bij de Broekweg. Daar zit altijd karper maar er staan ook wilgen en er rijdt het nodige verkeer langs. En om de ellende compleet te maken waait het daar meestal van de verkeerde kant. Lastig maar niet minder spannend. Het was een ijskoude wind tegen en al de karpers zwommen met een boog om de zalmeitjes heen. Rood, geel, oranje het maakte niet uit ze wilden niet. Uiteindelijk met een wit eitje 2 kroeskapertjes ? gevangen die geen sport gaven. Maar ja vis is vis.
26 juli. Wilsveen. Ik had daar vorig jaar een bewoner wat brood in het water zien gooien en na 5 minuten kwam daar een dikke karper op af. Dat had ik onthouden dus een halfje casinowit meegenomen en wat hertenharen broodvliegen gebonden. Een sneetje witbrood in het water gegooid op dezelfde plek waar de bewoner dat had gedaan. En binnen een paar minuten kwam de karper naar het brood. En naar de broodvlieg. De eerste aanbeet was direct raak. Een enorme run van een serieuze karper. Hij zwom zich regelmatig vast in het vuil. Er aan trekken had geen zin dus wat lijn gegeven en dan zwom hij zich weer los. Dit spelletje heeft 20 minuten geduurd voordat ik het schepnet er onder kreeg. Een mooie grote Schub !
13 augustus. Toch nog eens naar de Voorweg met een paar sneden casinowit. Na wat zoeken zag ik er 2 liggen. Brood er bij gegooid en wachten. Het duurde heel lang voordat er eentje interesse kreeg en de broodvlieg er bij geworpen kon worden. Maar helaas in de spanning te vroeg aangeslagen en direct gelost. En weer naar huis want het was 30 graden en bijna niet uit te houden.
14 augustus. Nog een keertje naar de Broekweg. De nodige karpers gespot maar er was geen interesse in het witte brood. Opeens werd het donker, het ging hard waaien en er klonk een klap onweer. Vlug naar huis.
Kortom zo nu en dan lukt het om karper te vangen. Meestal niet, soms wel maar het blijft spannende visserij om zo nu en dan een paar uurtjes te doen.
Het is inmiddels september en de meeste sloten zijn nu zo begroeid dat het denk ik niet te doen is om een gehaakte karper te landen. Maar er zit veel karper in Zoetermeer. Kijk maar eens in Rokkeveen en in de industriewijken bij bijvoorbeeld de Gamma en de Praxis, als je tenminste door de rietkragen kunt komen. Hoewel de rietkragen het water schoon en gezond houden is het toch wel erg veel riet.
Wim Brummer