Baars(jes)

De afgelopen maanden heb ik heel veel gevist met de dropshot. Licht hengeltje gekocht en met kleine shadjes en met dropshot techniek geprobeerd baars te vangen. Het leukste vind ik het vissen met de dropshot en dan de kantjes uit peuteren. Gewoon naar een kanaal of een plekje in de polder op een bruggetje en dan een beetje pielen.  Leuker dan een shadje gooien en dan binnen vissen. De laatste tijd ben ik veel naar de Schie en de Vliet geweest. Lopend langs de kant of vissend nabij bruggen en andere obstakels. Dan blijkt al snel dat de diepte langs de kant heel sterk kan variëren. Soms 50 centimeter diep maar evengoed kan het 1,50 meter diep zijn. Zoeken dus. Je  komt al lopend vanzelf de diepere stukken en ook de baars tegen.  De Vliet is trouwens in het weekend in de zomer heerlijk om langs te wandelen. Heel veel fietsers en wandelaars, mooie meiden in roeiboten en heel veel plezierboten en jachten. Geregeld vaart er een half miljoen voorbij. En iedereen lijkt blij en iedereen zwaait en soms klappen ze als je wat vangt. Gezellig druk dus. En een beetje vericalend vissen langs de kant geeft de drukte geen problemen. En misschien is al dat varen wel gunstig voor het vangen van baars.

De shadjes en ander spul heb ik eigenlijk niet meer gebruikt de laatste weken.  Ik ben overgestapt naar echte wormen. Kost geen drol en zijn heel lang houdbaar in de ijskast als moeders het niet weet of, zoals bij mij,  in de tweede koelkast in de schuur. Ik ben er inmiddels ook achter dat ik eerst met te grote haken viste. Veel missers. Nu gebruik ik een shrimp haakje # 10. De worm laat ik zo lang mogelijk. Missers komen nu veel minder voor. Daarvoor had ik soms wel 5 wormen nodig om dat ene baarsje te vangen. Want het zijn lepe visjes. Maar met een kleinere haak zuigen ze het makkelijk naar binnen.



Inmiddels ken ik een paar plekjes waar ik altijd baars kan vangen. Soms de kleintjes tot 15 cm, maar ook de wat grotere tot 30 cm. Geen megavissen, dat is zo, maar wel heel leuk met een licht hengeltje. Heb je zo een plekje, koester die dan. Meestal is het na een stuk of tien vissen over en dan gewoon weer verkassen.

Maar ik dacht,  als er baars te vangen is met een worm dan moet het op die plekken toch ook mogelijk zijn om ze met de vliegenhengel en een streamertje te vangen. Dat is natuurlijk nog leuker. Je raadt het al, dat moest geprobeerd worden.

Het eerste probleem was gelijk dat ik niet op al mijn plekjes met de vliegenhengel uit de weg kon, bomen, auto’s langs de kade en meer van die gein. Maar langs de Vliet zijn plekken genoeg waar je prima met de vliegenhengel kunt vissen.

Nu heb ik een paar zinklijnen, maar alleen voor zware hengels #8 en zo. En daar een baarsje van 15 cm op vangen is niet zo leuk en het is nog vermoeiend ook zo’n pook. En voor het proberen wilde ik ook geen nieuwe lichte zinklijn kopen. Eerst maar eens proberen.

Met een # 8 en snelzinkende lijn die ik in de Waterweg gebruik was het geen succes. Ik had niet het idee dat ik de aanbeet kon voelen en subtiel gooien was er ook niet bij. Nu had ik de laatste keer bij het vissen op fint een stuk lijn gevonden tussen de stenen op een van de kribben langs de Nieuwe Waterweg. Een meter of 5 , blauw van kleur (zelfde kleur als mijn zinklijn) dus zeer waarschijnlijk een zinklijn. Geen idee van zinksnelheid maar het leek minder zwaar dan mijn spul. En in de wasbak met water zonk de lijn, dus een zinklijn.

Van een oud lijntje #3 heb ik  een stuk van de mantel verwijderd, van het stuk zinklijn ook en toen met lus in lus aan elkaar verbonden. ( even in de nagellak remover laten hangen, dan kun je de mantel er af stropen) . Deze combinatie bleek prima te werpen met een hele zachte #5 hengel.

Streamertjes had ik nog wel , maar toch nog even gegoogeld voor andere patroontjes. De meest simpele die voor mij goed werkt is eentje op haak # 6 2x lang, lood, tungsten kraaltje, witte wol en een staartje van witte maraboe of zo.  Lood vooral aan de haakoog zijde zodat het een beetje jiggend streamertje wordt.

Dus op een mooie dag met de fiets naar de Vliet om het eens te proberen ( voor de zekerheid ook de wormen en het andere spul meegenomen maar niet gebruikt). Een metertje fluorcarbon en een zijlijntje, twee streamertjes er aan en een worpje van een meter of vier en dan maar proberen. En dan moet je het geluk hebben dat je bij de eerste poging een doublet hebt, geen grote baarsjes maar het was toch mogelijk. Dat geeft de burger moed en heb ik een paar uurtjes lopend langs de Vliet aardig kunnen vangen. Soms gewoon een stukje slepen als dat ging met de waterlelies langs de kant, soms een paar worpjes en dan terug vissen over het talud. Voordeel van een beetje slepen is dat je snel ontdekt waar ze zitten. Vang je er eentje dan zitten er meestal meer. Soms vijf achter elkaar en soms een doublet. Ook leuk om te zien dat er soms een stuk of vier baarsjes achter je streamertjes aan jagen..

Als je zo langs het water loopt ontdek je vanzelf de goede stekken. De buitenbochten zijn meestal dieper dan de binnen bochten. Maar dat zegt eigenlijk weinig want je vangt ze overal, maar je moet wat proberen en je ergens op richten in het begin. Wat wel altijd goed is , is bij zonneschijn een plek zoeken die in de schaduw ligt, dat is bijna altijd raak. Een klein beetje schaduw van een boom is dan al genoeg..

Eerlijk is eerlijk, je vangt bijna allemaal kleinere baarsjes en ik denk dat je met dropshot of een shadje meer en grotere kunt vangen , maar met de vliegenlat is wat mij betreft nu leuker.

Nu op zoek naar een water dat iets minder diep is dan de Vliet ( zo maar 4 meter in het midden) want een meter of 4 uit de kant haal ik de boden soms al niet meer.

Wordt misschien vervolgd. Straks in de herfst met toch een zwaardere hengel en sneller zinkende lijn maar dan met snoekstreamers want dat er mooie snoeken zwemmen is de Vliet is wel zeker.

Wim Brummer

Dit bericht is geplaatst in verhalen. Bookmark de permalink.