Met een nimfje

Het is maandag 28 februari, einde van de meteorologische winter. En dat is te merken ook, 11 graden en zuidenwind. Ideaal om weer eens een paar uurtjes richting Stolwijk te gaan.  Eerst naar de Benedenberg, met zuidenwind en dus wind in de rug,  is het heerlijk vissen daar. Ik had echt zin om met een tweetje en kleine nimfjes lekker te pielen en mooie wintervoorns te zoeken. Omdat het die nacht tot 5 graden zou vriezen leek het mij verstandig om er rond 12.00 uur te zijn. In de hoop dat het water dan een beetje opgewarmd was of in ieder geval ijsvrij zou zijn.

Rond die tijd is er nooit file en stond ik snel aan het water. Na een kopje koffie heb ik het tweetje opgetuigd en voorzien van  vers 12/00 en 2 nimfjes. De bovenste maatje 16 van mijn standaardnimfje met een koper kraaltje en de onderste een soort Copperjohn maar dan maatje 16 met een tungsten kraaltje. Klein schepnetje aan de magneet gehangen, want je weet het maar nooit. Altijd kans op een snoek of die ene hele grote voorn en die wil je dan wel kunnen scheppen.

De eerste stek zag er verdacht stil uit. Geen kringetjes, geen visbroed, geen snoeken, ook geen ijs overigens, dat dan weer wel. Na een uur geconcentreerd en zeer langzaam vissen had ik nog maar 1 voorn gevangen. Geen stootje te zien, ondanks de beetverklikker die ik er op had gezet.  Een collega nimfvisser kwam al vissend langzaam mijn kant op. Ook geen stootje, hij had al drie andere stekjes geprobeerd maar nog niets gevangen. Ook vond hij, net zoals ik, dat op veel plekken geen of slechter wintervoorn  te vangen was. Zelfs bij Drimmelen was het dit jaar slecht wist hij te vertellen.

Reden genoeg om naar de volgende stek te wandelen om het daar eens te proberen. Ook daar geen aanbeten. Soms een visje van 5 cm vals gehaakt want daar lag het vol mee. Maar vreemd genoeg ook daar geen jagende snoeken. Alles doodstil. Inmiddels was het al voorbij twee uur geworden en heb ik de auto opgehaald om naar een andere stek te rijden. Die stek was een maandje geleden enorm goed.

Helaas ook daar geen vis te zien en inmiddels had ik al van alles geprobeerd, beetje strippen, hoger vissen, groter vissen, nog kleiner vissen maar niets hielp. Ik denk dat de vis gewoon weg was. Dus niet meer op de winterstekjes maar gewoon verspreid. Ik kan mij niets anders voorstellen, het is rond 14.30 uur, de zon schijnt, weinig wind, de nimfjes zijn goed en dan geen stootje dan denk ik dat ze gewoon weg zijn.

Dan is het natuurlijk wel  heerlijk weer en je wandelt lekker maar ik wilde ook vis vangen. Ik besloot om even naar de Kadijk te rijden. De Kadijk aan de westkant van de provinciale weg. Het is een fiets/wandelpad en heel rustig. En met deze wind uit het zuiden kun je prima vissen in de slootjes en kopeinden aan de noordkant. Daar is het 10 tot hooguit 50 cm diep.

Ik kom hier wel vaker en weet dat die verlande slootjes en visloos uitzien. Op de meeste stukken is dat ook zo maar hier en daar is het net wat dieper en daar zitten toch altijd wel wat baarsjes en ruisvoorntjes tot 15 cm toe.  En dan is het toch weer een leuk spelletje om die kleine rakkers te vangen.

Zoals gezegd kom ik hier vaker en heb ik er mooie herinneringen aan. Heel veel jaren geleden heb ik Ger van Oenen geholpen hier zijn eerste visjes met de vlieg te vangen. Ger is rond afgelopen kerstmis overleden dus als ik daar ben dan denk je daar  toch altijd even aan. Als je er in de zomer op zondag vist dan zie je veel mensen en vooral stelletjes hand in hand uit de omgeving daar hun rondje wandelen.  En soms kom ik die collega nimfvisser tegen die nooit wat zegt en waarschijnlijk andere vissers niets wijzer wil maken. Helemaal achterin de polder woont een boer. Soms zie ik hem of zijn zoon als ze langsrijden met de trekker of als ze de koeien moeten verweiden. Maar ik zal nooit vergeten dat een keer zijn dochter erbij was. Rode smerige overal, kaplaarzen onder de stront maar wat was dat een mooi meisje. Ik heb er met open mond naar staan kijken.

Maar ik kwam hier om te vissen. De beetverklikker ging er af, de onderste nimf kon er af en de lijn werd nog even extra ingevet. Schepnet kon wel in de auto blijven en ik liep gelijk naar de eerste stek. Nou ja stek. Een slootje van drie meter breed en 10 meter lang met haaks er op  een uitloopje van hooguit een meter breed en met duikertjes verbonden met ander water. Er staan wat boompjes in de weg en hier en daar ligt er ook een tak maar er zit bijna altijd vis. Het kost je altijd wat nimfjes maar dat geeft niet.

De eerste was een baarsje van 10 cm vanaf de bodem. Baarsjes houden wel van een gestripte nimf daarom  geen minutieus gepiel meer op de vierkante centimeter maar een beet je strippen. Dat hielp. De eerste voorntjes grepen het nimfje. Soms lijkt het dan of er voedselnijd ontstaat. Uiteindelijk werd bij elke worp de nimf direct gepakt als deze het water raakte of na een klein stripje. De meeste voorntjes waren 12 cm groot of klein maar het blijft een mooi gezicht als je de leader een fraaie V in het water ziet trekken wanneer een voorn de nimf pakt.

Ik denk dat ik er in een uurtje ongeveer 20 gevangen had, dus de visdag was wat mij betreft gered aan de Kadijk.

En oh ja, schepnet in de auto gelaten. Je raadt het al. Een snoek op de nimf, prima te doen met 12/00 en een tweetje maar landen lukte niet ondanks een laars vol water en natte mouwen.

PS: En de dag er na werd ik ziek met als resultaat Corona daarom voorlopig even uitgeschakeld.

Wim Brummer

Dit bericht is geplaatst in verhalen. Bookmark de permalink.